Oprechte Haerlemsche courant 14-11-1690
NEDERLANDEN

's Gravenhage den 12 November. Mylord Dursley, extraordinaris Envoyé van sijn Konincklijcke Majesteyt van Groot Britannien, heeft alle de Ministers van 't Congres en andere Heeren en Dames doen inviteren, om overmorgen op het Festijn, waer mede sijn Excellentie uyt consideratie van des Konings, sijns Meesters, Geboortendag haer sal regaleren, te verschijnen: des avons sal voor desselfs Logement uyt twee Fonteynen Wijn lopen en vervolgens eenige Vuurwercken vertoont werden. Zedert voorleden Dingsdag zijn noch diversse Engelsse en Schotse Scheepjes op dese Kust voor Petten, Noortwijck en andere Plaetsen gestrant: De Geinteresseerden hebben haer gisteren aen de Rekenkamer van de Graeffelijcke Domeynen van Hollant aengegeven, om de Relaxatie, voor soo veel de Lading der Goederen, die in verscheyde Waren bestaet, concerneert. Ondertusschen is men beducht voor eenige Schepen, laetst met het Convey na Engelant vertrocken, die de Kust van dat Rijck niet hebben konnen beseylen en door Storm van den anderen afgeraeckt zijn: eenige zijn bereyts in Helvoetsluys en de Mase ingelopen: Den Lunenburgsen Envoyé, Schutz, is te rug gekomen; doch men verlangt, te verstaen, dat den Praesident de la Tour, Envoyé van Savoyen, Graef Carel van Schomberg en meer, die men segt, met d'Engelsse Jachten voor uyt geseylt te wesen, wel en behouden overgeraeckt sullen zijn. Haer Hoog Mog. waren desen voormiddag na de Predicatie vergadert. Men segt, dat den Heer van Borselen, Envoyé van Hamburg, voor eenige dagen een nader Memorie wegens Schepen overgelevert: soude hebben. Amsterdam den 13 November. Van Livorno wert geschreven, datmet het Schip de Postillion van Algiers gearriveert waren eenige Slaven., die in het Lazaret, de geheele Quarantaine moeten houden, alsoo tot Algiers de Pest grasseert: haer Namen zijn, Erke Martens Oyevaer, Schipper; Dames Janiz, Schipper; Sibout Geers, Douwe Jochems, Outger Essels, Marten Attes, Sampt Barents, Jan Abrahams Glas, Pieter Olfersen Smit, Job Abrahamsz., Willem Willemsz., Tialing Tiaerts, Jan Willemsz. Swaen, Jan Christoffel Golts en Cornelis Corstiaensz: Sipke Barents was onderwegen tusschen Algiers ende Livorno overleden. Het Schip de Vluchtelingh is in ses dagen van Bilboa tot Rotterdam, en het Schip de seven Provintien, Schipper Frans Wiltschut, van Cadix ende laetst in vijf dagen van de hoogte van Port a Port in Goeree gearriveert: Sy hebben de Reys in vier Maenden heen ende weder gedaen; de laetste in de Spaenssche Zee eenige Rencontre met een Fransch Schip van veertigh Stucken gehad; doch, na malkanderen de volle Laegh gegeven te hebben, elck sijns weeghs gewent; ende buyten dit niet anders, dan een Portugeesch Oorloghschip, ontmoet. Met het Schip, van Bilboa tot Rotterdam aengekomen, verstaet men, dat tot St. Andrea ingelopen is het Schip de St. Clara, Schipper Pieter Reyne, van hier achter Engelant om naer Bilboa vertrocken: de Schepen van desselfs Geselschap vermoet men, tot Biboa gearriveert te sullen zijn. De Oostersse Vloot, gelooft men, dat met dese contrarie Wint in Noorwegen ingelopen sal zijn. Nu bekomt men eerst de tydingh, dat drie Schepen, onder het Convoy van Capiteyn van Gendere vertrocken geweest( welcke Capiteyn uyt Vrancrijck voor twee a drie dagen reets in Persoon in dese stadt aengekomen is) in Vranckrijk opgebracht zijn; als, de Viskorf, Schipper Jacob Ysbrantsz, naar Lissabon gedestineert, de Bleecker ende noch een ander, Schipper Christiaen Riedeman, naer St. Hubes: De voorige Brieven van Rochel seyden oock, dat twee Schepen nevens het selve Convoy genomen ende tot Rochel ingesleept waren. De drie komende Schepen van St. Hubes; als de Catharina Elisabeth, de Groenlantsche Visschery ende het Bonte Kalf, van dewelke men al voorheen heeft geschreven, dat door de Franssche bemachtighet waren ende in Kingsale opgebracht geweest, zijn door de Engelssche hernomen ende 't eerste met volle Ladingh in Vaelmuyden, 't tweede ledigh in Pleymuyden ende het laetste in Corck opgebracht: Dit werd door een van der selver overgekomene Stuurluyden bericht. Het Oorlogh- Schip de Beschermer, door Capiteyn van der Saen gevoert, is over het Pampus gebracht en 't Wapen van Nimwegen, gevoert door de Graef van Benthem, sal men heden soeken over de schepen: sy sullen gaen convoyeren. 's Gravenhage den 13 November. Desen morgen ontfing men tydinge, dat sijne Vorstelijcke Doorluchtigheyt van Nassau, Erf- Stadhouder van Vrieslant, & c., tot Groeningen gearriveert is, in 't kort tot Leeuwaerden stont te reverteren ende vervolgens herwaerts te vertrecken tot het bywoonen van de Deliberatien over het formeren van den Staet van Oorlog voor het aenstaende Jaer 1691, waer toe d'absente Leden van den Raedt van State noch tegemoet gesien werden: dan sijne Vorstelijcke Doorl. soude alvorens echter d'aenkomst van den Prince van Saxen-Eyssenach afwachten. Ondertusschen staen overmorgen eenige nadere Poincten van Beschrijvinge tegens de Vergaderinge ende Sessie van haer Ed: Groot Mogende, de Heeren Staten van Hollandt en West-Vrieslandt, die den 22 deser sal aenvangen, af te gaen, oock niet eerder de Heeren Gecommiteerden van de Collegien ter Admiraliteyt te reverteren; want sy zijn door haer Hoog Mog: tegens den eygensten tijdt beschreven. Gisteren overleed den Heer van Ossenberg, Raetsheer in den Rade van Brabant. Desen voormiddag zijn de Ministers der Hooge Geallieerden in 't Congres, dat van tien uuren tot half een duurde, na gewoonte by malkanderen geweest.

View page in Delpher

Oprechte Haerlemsche courant

Hits in document:
Title:
Corpus Courantencorpus
Article title
Section NEDERLANDEN
Newspaper Oprechte Haerlemsche courant
Date:
Day 14
Month 11
Year 1690
Article properties:
Country
Place
Text type domestic news
Document length (tokens) 836